Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het apparaat komt Dit onderdeel voorzichtig tegen een ander onderdeel wegbuigen. van het apparaat aan of tegen de muur.
Nadat u op de toets FROSTMATIC gedrukt heeft Dit is normaal, er zijn geen De compressor start na een of nadat de temperatuurstoringen. tijdje automatisch. instelling gewijzigd is, start de compressor niet gelijk.
Tip: controleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuurcontrolelampje de bewaartemperatuur.
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten: � Klikken Elke keer als de compressor in- of uitschakelt, hoort u een klik. � Zoemen Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem. � Borrelen/klotsen Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, kunt u een borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.