verzetten van de vermo. verhoogt u de kookvermoverlaagt u de kookvermo-
Voor het instellen of genstand van tot Met de sensortoets gen. Met de sensortoets gen.
Kookzone uitschakelen
D 1. Met de kookzone--sensortoetsen de gewenste kookzone selecteren. 2. Om uit te schakelen de sensortoetsen gelijktijdig indrukken of met sensortoets zetten op nul. en terug-
D
Restwarmte- indicator Na het uitschakelen van een afzonderlijke kookzone of van de gehele kookplaat wordt de aanwezige restwarmte met (�heet�) weergegeven op de digitale indicator van de overeenkomstige kookzones. Ook na het uitschakelen van de kookzone dooft de restwarmte--indicator pas wanneer de kookzone afgekoeld is. U kunt de restwarmte gebruiken voor het smelten en warm houden van etenswaren. Opgelet! Zolang de restwarmte--indicator brandt, bestaat er gevaar voor verbranding. Opgelet! Bij een stroomuitval dooft ook het symbool en dus de waarschuwing voor aanwezige restwarmte. Het gevaar voor verbranding bestaat echter nog steeds. Dit kunt u vermijden door aandachtige observatie. 9