6. ONDERHOUD EN REINIGING
Voordat u de machine gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken.
6.4. Afvoerfilter
Maak het filter aan de onderzijde van de machine regelmatig schoon. Lampje FILTER* gaat branden als het filter verstopt is. In dt geval het filter onmiddellijk schoonmaken. Als u erg pluizig wasgoed wast, het filter in elk geval schoonmaken. � Open het deurtje met bijvoorbeeld een schroevendraaier :
6.1. Machine ontkalken
Als u op de juiste wijze wasmiddel doseert, is ontkalken niet nodig. Als ontkalken toch noodzakelijk is, gebruik dan een in de handel verkrijgbaar niet-bijtend product dat speciaal voor wasautomaten is bedoeld. Volg de aanwijzingen m.b.t. dosering op de verpakking op.
6.2. Buitenkant
Maak de buitenkant van de machine schoon met lauw water en een mild schoonmaakmiddel. Nooit alcohol, oplosmiddelen of dergelijke producten gebruiken. � Restwater weg laten lopen: Zet een bak onder de afvoer. Draai de dop tegen de wijzers van de klok in tot hij verticaal staat en het restwater wegloopt.
6.3. Wasmiddelbakje
Demonteren: Druk op de lipjes aan weerskanten van het wasmiddelbakje en trek het omhoog.
� Maak het bakje onder stromend water schoon en gebruik een borstel of doekje. Controleer of de hevels aan de achterkant van het bakje niet geblokkeerd worden.
Filter verwijderen: Dop helemaal losdraaien. Goed onder stromend water schoonmaken. Dop weer aanbrengen en met de wijzers van de klok mee vastdraaien.
Monteren: Zet het wasmiddelbakje in de openingen en klik het vast.
Als u het filter heeft schoongemaakt, sluit dan het pompdeurtje. Het pompdeurtje moet altijd dicht zijn als de machine aan staat.