4nl66005.fm5 Page 33 Monday, January 28, 2002 5:02 PM
Reiniging en onderhoud
Reinig de kookplaat na ieder gebruik en wanneer deze is afgekoeld. Dit voorkomt het aankoeken van vuil en maakt het reinigen eenvoudiger. � Gebruik een schone doek, absorberend keukenpapier en afwasmiddel of een specifiek reinigingsmiddel. � Gebruik geen schuurmiddelen, bleekmiddel, ovenreinigers of pannensponsjes. � Richt bij het reinigen geen waterstralen op de kookplaat. � Voedselresten moeten worden verwijderd voordat ze op het oppervlak kunnen vastbakken. � Verwijder onmiddellijk voedselresten die het gevolg zijn van overkoken en in het bijzonder van rode kool, appelmoes en rabarber. Als deze resten gedurende langere tijd op het oppervlak kunnen inwerken, kunnen zij verkleuringen veroorzaken. Opmerking: de hoge temperaturen van de vlammen, kunnen op lange termijn van invloed zijn op de kleur van het oppervlak rondom de branders.
Reinigen van de branders
1. Til de pit op en verwijder deze. 2. Laat de pit weken in heet water met een vloeibaar reinigingsmiddel. (Reinig hem niet in de vaatwasmachine). 3. Spoel en droog hem zorgvuldig af. 4. Controleer of er openingen verstopt zijn. 5. Plaats de pit weer terug. Opmerking: teneinde schade aan het elektrische ontstekingsmechanisme te vermijden mogen deze niet gebruikt worden wanneer de branders niet op hun plaats zitten.
Het opsporen van storingen
1. De brander werkt niet: � Staat de hoofdkraan van de gastoevoer open? � Is de toevoer van het gas onderbroken? � Zijn de openingen van de brander verstopt? � Zijn de pit en de brander na reiniging correct teruggeplaatst? � Is de brander vuil of vochtig? 2. De brander wil niet blijven branden: � Herhaal de handeling voor ontsteking, draai de knop op de stand met het symbool van de kleine vlam. 3. Het elektrische ontstekingsmechanisme werkt niet: � Is de stroom uitgevallen?