12 3 4 5 6
1 Controlelampje
Dit lampje brandt als de machine INgeschakeld is en gaat uit als de machine UITgeschakeld wordt.
7
6 Signaallampje waterhouder
Het lampje brandt als de waterhouder vol of niet goed geplaatst is. Het programma is dan onderbroken. Opgelet: Nadat u de houder geleegd heeft, kan het gebeuren dat de machine enkele seconden stil blijft staan terwijl het lampje brandt voordat hij opnieuw begint te draaien.
2 Toets �AAN/UIT�
Door het indrukken van deze toets schakelt u de machine AAN en UIT.
3 Toets �lage temperatuur�
Druk deze toets voortijds in als u kreukherstellend katoen gaat drogen. In dit geval moet een langere droogtijd worden gekozen.
7 Droogtijdenknop
De tijdklok is in twee sectoren opgedeeld: Een sector met een normale (hoge) droogtemperatuur, instelbaar tot 150 minuten. De normale temperatuur gebruikt u voor katoen en linnen . Een sector met verlaagde droogtemperatuur, instelbaar tot 100 minuten. De verlaagde temperatuur gebruikt u voor synthetica en fijne was . U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien. Heeft u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet terugdraaien maar weer rechtsom. Afkoelfase Bij het instellen van korte droogtijden moet u er rekening mee houden dat de machine de laatste 10 minuten met koude lucht werkt (programmastand ). Daarmee worden zowel wasgoed als machine afgekoeld. De afkoelfase mag in geen geval verkort of onderbroken of zelfs geheel overgeslagen worden. Verbrandingsgevaar!
4 Toets �luchten�
Door op deze toets te drukken wordt de verwarming uitgeschakeld. Deze functie kan voor het luchten van kledingstukken die u anders enige tijd buiten zou hebben gehangen, of voor het drogen van fijne was worden gebruikt.
5 Toets �start�
Na instelling van het programma drukt u op deze toets om het programma te starten. Indien de deur van het toestel tijdens de afwerking van het programma geopend wordt, moet deze toets na het sluiten van de deur weer ingedrukt worden om het programma voort te zetten. Deze toets moet ook na een stroomonderbreking ingedrukt worden.