Installatie
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige lucht produceert. Er moet een mogelijkheid zijn om een venster te openen of een afzuigventilator in te schakelen. Een betere methode is het aanbrengen van een luchtafvoerslang naar buitenshuis. De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel mogelijk stofvrij gehouden worden. De wasdroger kan op iedere soort vloer geplaatst worden. Belangrijk is echter dat hij waterpas opgesteld wordt. Daartoe dienen de stelvoeten. De voeten mogen niet verwijderd worden. De droger moet voortdurend verse lucht aan kunnen zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen dat het rooster aan de achterkant niet door obstakels in z�n ventilatiefunctie belemmerd kan worden. Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping van warmte voordoen, hetgeen schade aan de motor kan veroorzaken. Onder de bodem van de machine moet een vrije luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt, bijvoorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren, wat de machine schade toe kan brengen. Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar de droger staat mag tijdens de werking, + 35° C niet overschrijden. De droger verlaat de fabriek met de luchtafvoer aan de rechterkant klaar voor het aanbrengen van de luchtafvoerslang. Als u de slang aan de linkerkant of aan de achterzijde wilt verbinden, dient u contact op te nemen met de ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
A
P1027
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe groter de kans is dat in de slang vocht tot water condenseert. U kunt voorkomen dat het water zich ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug in de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het laagste punt van de slang en zet of hang er een bakje onder (zie figuur punt «B»).
B
P1047
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan de achterkant plaatsvinden. De niet gebruikte openingen moeten met de meegeleverde deksels afgesloten worden.
Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op vorming van condenswater binnen de slang. Sluit de afvoerslang niet op een bestaand kanaal aan.
De luchtverversing moet tenminste 150 m3/h kunnen bedragen. De andere kant van de slang sluit u aan op een muur- of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er geen regenwater in kan lopen; dus overkappen of naar buiten toe omlaag richten.