|
Usuarios conectados
Actualmente hay 5952 visitantes online.
|
Productos
|
Información
|
Destacado
|
|
|
|
|
No hay comentarios de productos.
N
C
Nederlands
MILIEUVRIENDELIJKE WENKEN
Het behandelen van verpakking en afval Werp de verpakking van Uw apparaat niet in de vuilnisbak maar selecteer de verschillende soorten materiaal (bijv. karton, polystyreen) en breng deze, volgens de plaatselijke voorschriften, naar de hiervoor bestemde depots. Verklaring Dit apparaat bevat onderdelen die in contact kunnen komen met levensmiddelen. De onderdelen voldoen aan de E.E.G richtlijn 89/�09/CEE. Informatie Dit apparaat bevat geen HCFK (het koelcircuit bevat R134a) of HFK (het koelcircuit bevat R600a � Isobutaan). Raadpleeg voor verdere details het typeplaatje op het apparaat. Voor apparaten met Isobutaan (R600a) Het koelgas Isobutaan is een natuurlijk gas dat zeer milieuvriendelijk is, maar wel brandbaar. Daarom is het essentie dat u goed controleert of de buizen ¨el van het koelcircuit niet beschadigt zijn.
d
een contactopening van minstens 3 mm die bereikbaar gemonteerd is.
ELEKTRISCHE AANSLUITING EN IN GEBRUIK NEMEN
Laat het apparaat 1 uur staan vo ´r u het op het net aansluit. ´o Controleer of de netspanning op het typeplaatje (Fig. 4-5) dat zich in de vriesruimte bevindt, overeenkomt met de netspanning van de woning. Het is wettelijk verplicht het apparaat te aarden. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan personen of voorwerpen, welke door het niet opvolgen van dit voorschrift kan ontstaan. Wanneer het apparaat aangesloten is, en de thermostaatknop niet is ingesteld op het symbool x, gaat het groene en rode kontrolelampje branden (Fig. 1F-1E). Na het instellen van de temperatuur, zoals aangegeven in het volgende hoofdstuk, is de vrieskast klaar voor gebruik wanneer het rode kontrolelampje uit is.
LEER UW APPARAAT KENNEN
Het apparaat met het symbool dat u hebt aangeschaft maakt het mogelijk om op perfecte wijze vers en gekookt voedsel in te vriezen, ijsblokjes te maken en diepvriesproducten of ingevroren voedsel te bewaren. We raden aan deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u de beschrijving van het apparaat en nuttige wenken om de beste resultaten te verkrijgen bij het invriezen en het bewaren van voedsel.
<
REGELEN VAN DE TEMPERATUUR
Met de thermostaat (zie Fig. 1C) kan de temperatuur geregeld worden. De stand x betekent een tijdelijk onderbroken werking en de controlelampjes gaan uit. De ideale temperatuur voor het langdurig bewaren van diepvriesprodukten of ingevroren voedsel is -18oC. Onder normale omstandigheden (omgevingstemperatuur tussen +20oC en +25o), wordt aangeraden de thermostaatknop op stand 2 in te stellen. Indien men een lagere of hogere temperatuur dan -18oC in de vrieskast wenst, de thermostaatknop respectievelijk naar een hoger cijfer of naar de stand x draaien. Het regelen van de thermostaat is afhankelijk van de temperatuurwisselingen buiten de vrieskast, van de hoeveelheid te bewaren voedsel, van de frekwentie van het openen van de deur en van de plaats waar het apparaat geı¨nstalleerd is: na enige ervaring zult u de regeling vinden die aan uw wensen voldoet.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
(Fig. �) A) Lade voor het invriezen. B) Manden voor het bewaren van diepvriesproducten. C) Thermostaat te regelen met een muntstuk. D) Snelvries schakelaar (geel lampje). E) Alarm lampje voor het invriezen (rood lampje). Dit gaat aan wanneer: � Het apparaat net ingeschakeld is � De temperatuur in de vrieskast niet laag genoeg is � De vrieskast geladen wordt met vers in te vriezen voedingswaren � Wanneer de deur van de vrieskast lang opengelaten is. Het lampje gaat uit wanneer: � De juiste temperatuur in de vrieskast bereikt is. F) Kontrolelampje voor de werking (groen lampje).
GEBRUIK VAN HET VRIESKASTGEDEELTE
INVRIEZEN De maximum hoeveelheid voedsel, uitgedrukt in kg, die in 24 uur ingevroren kan worden bij een omgevingstemperatuur van 25oC, is aangegeven op het typeplaatje (Fig. 5). Vers voedsel moet steeds ingevroren worden in de bovenste twee invriesvakken bovenin de vrieskast. De invriescapaciteit die aangegeven staat op het typeplaatje, wordt verkregen door de laden te verwijderen en het in te vriezen voedsel direct op de koelroosters te plaatsen. � Voor het behalen van het beste resultaat, als volgt te werk gaan: � breng alle reeds in de bovenste vriesvakken opgeslagen diepvriesproducten over naar de onderste manden. Man kan ook invriezen door gebruik te maken van de laden, maar in dat geval wordt de invriescapaciteit wat kleiner. Nadat u de in te vriezen voedingswaren hebt ingepakt in aluminium of plastic folie, de pakjes voorzien van een etiket met inhoud en invriesdatum, zodat u later de eerst ingevroren pakken kunt gebruiken, bergt u de pakken op in de bovenste vriesvakken (Fig. 6). � Voor omgevingstemperaturen tot 25oC de snelvriestoets D indrukken (Fig. �D) 24 uur voordat u met het invriezen begint. Het gele controlelampje licht op. Op deze wijze werkt het apparaat continu; daarom raden wij u aan om 24 uur na het opbergen van het voedsel de schakelaar D weer in te drukken, zodat het apparaat weer op normale wijze functioneert. Zet nooit warme gerechten in de vrieskast; geen levensmiddelen die gedeeltelijk ontdooid zijn opnieuw invriezen. MAKEN VAN IJSBLOKJES (Fig. 6) De ijsbakjes voor drie vierde met water vullen en ze in de invriesruimte plaatsen.
11
INSTALLATIE
(Fig. 2-3)
Controleer of het apparaat niet beschadigd is. Eventuele schade, opgelopen tijdens het transport, moet binnen 24 uur na aflevering van het apparaat aan de leverancier gemeld worden. Het apparaat op een droge en goed geventileerde plaats installeren, niet in de nabijheid van warmtebronnen, zoals kachels, fornuizen, direct zonlicht, enz. Vo ´r u het apparaat op zijn plaats zet, raden we aan om te ´o kontroleren of de buizen op de achterkant niet beschadigd zijn door het transport en de achterkant van het apparaat of de muur niet raken, dit zou tijdens de werking van de vrieskast lawaai kunnen veroorzaken. Het apparaat moet ingebouwd worden in een kolom, voorzien van een frontale luchttoevoer en luchtafvoerpijp aan de achterkant; gedetailleerde instructies zijn bijgevoegd. Maak de binnenkant schoon met een vochtige spons gedrenkt in een oplossing van lauw water en soda of azijn en breng de eventuele meegeleverde accessoires aan. Attentie: Na het installeren moet het stopcontact bereikbaar zijn om het apparaat, indien nodig, uit te kunnen schakelen. Indien dit niet mogelijk is, het apparaat op het lichtnet aansluiten door middel van een tweepolige schakelaar met
M
Y
|
|
|
> |
|