Als de aansluiting op nieuwe leidingen of op leidingen, die lange tijd niet zijn gebruikt, wordt gemaakt, is het raadzaam het water enige tijd te laten lopen alvorens de wasmaschine aan te sluiten. Hierdoor wordt voorkomen, dat het filter in de toevoerslang verstopt raakt door zand, roest e.d.
Waterafvoer
De bocht, aan het einde van de afvoerslang, kunt u op drie manieren plaatsen: Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor zorgen dat de bocht door het snel uitstromende water niet van de rand af kan schieten, bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
Het einde van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeinde. U mag de afvoerslang verlengen tot een maximale totale lengte van cm 400. Gebruik een verlengslang van tenminste dezelfde binnendiameter als de originele slang en gebruik een koppeling die voor dat doel bestemd is.
P1118
De afvoerslang mag niet geknikt zijn. Voor een goede werking van het apparaat moet de afvoerslang worden vastgehaakt op de steun die zich bovenaan de achterzijde van het apparaat bevindt.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drieaderig aansluitsnoer en een stekker met randaarde. U mag de stekker uitsluitend in een stopcontact met randaarde steken; de machine dient deugdelijk geaard te zijn.
P0022
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter) zitten en zodanig aangebracht zijn dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer bevindt. In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm.