Let op! Alle slangverbindingen mogen uitsluitend met de hand vastgedraaid worden. 1. De slang met de afgewikkelde aansluiting aan de machine aansluiten. Let op! De toevoerslang niet loodrecht naar beneden, maar volgens de afbeelding naar rechts of naar links leggen.
2. De slang met de rechte aansluiting aan de waterkraan met schroefdraad R 3/4 (duim) aansluiten. 3. De kraan geleidelijk openen en controleren of alle aansluitingen dicht zijn.
Waterafvoer
Het hoogteverschil tussen de onderkant van de wasautomaat en de waterafvoer mag ten hoogste 1 meter zijn. Voor een verlenging mogen uitsluitend originele slangen worden gebruikt. (max. 3 meter, op de vloer gelegd en tot een hoogte van 80 cm). De service-afdeling heeft afvoerslangen in diverse lengtes beschikbaar.