Installatie
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige lucht produceert. De droger moet voortdurend verse lucht aan kunnen zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen dat het rooster aan de achterkant niet door obstakels in z�n ventilatiefunctie belemmerd kan worden. De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel mogelijk stofvrij gehouden worden. De droger moet zo goed mogelijk horizontaal staan. Daartoe kunt u de stelvoeten aan de voorkant verdraaien. Hoe beter uitgericht, hoe minder geluid. Om de afvoerslang aan te brengen trekt u de adapter-ring (A) uit de afvoeropening aan de achterkant van de machine en schroeft u deze ring op de afvoerslang. Druk de adapter-ring in de afvoeropening tot hij goed vastzit.
A
P1028
A
P1027
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe groter de kans is dat in de slang vocht tot water condenseert. U kunt voorkomen dat het water zich ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug in de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het laagste punt van de slang en zet of hang er een bakje onder (zie figuur punt «A»).
P0046
De voeten mogen niet verwijderd worden. Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping van warmte voordoen, hetgeen schade aan de motor kan veroorzaken. Onder de bodem van de machine moet een vrije luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt, bijvoorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren, wat de machine schade toe kan brengen. Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar de droger staat mag tijdens de werking, + 35° C niet overschrijden.
P0279
A
Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op vorming van condenswater binnen de slang. Sluit de afvoerslang niet op een bestaand kanaal aan.
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan de achterkant plaatsvinden. De niet gebruikte openingen moeten afgesloten worden.