VOEDING
Batterijen (optioneel)
Open het batterijvakje van het toestel en leg er 6 batterijen van het type R20, UM-1 of D-cel (bij voorkeur alkaline) in. Verwijder de batterijen als zij leeg zijn of als het toestel lange tijd niet in gebruik wordt genomen.
ñ
Batterijen niet weggooien, maar inleveren als KCA.
Stroomnet
1 Controleer of de op het typeplaatje aangegeven netspanning met uw plaatselijke netspanning overeenstemt. Is dit niet het geval, raadpleeg dan uw dealer of service-organisatie. Het
A
typeplaatje bevindt zich op de onderzijde van het toestel.
2 Is het toestel van een VOLTAGE keuzeschakelaar A voorzien, stel deze schakelaar dan op de plaatselijke netspanning in. 3 Sluit de stroomkabel op de AC MAINS ingang en het stopcontact aan. Hierdoor wordt de stroomvoorziening ingeschakeld. De stroomkabel bevindt zich binnenin het batterijvak. De voeding via batterijen wordt uitgeschakeld op het moment dat het toestel op het net wordt aangesloten. Om naar batterij-voeding te wisselen moet de stekker uit het AC MAINS stopcontact van de eenheid worden getrokken. Om het toestel compleet van het net te scheiden moet de stekker uit het stopcontact worden getrokken. Nederlands 45
Met het oog op het milieu
Wij hebben de hoeveelheid verpakkingsmateriaal zoveel mogelijk beperkt en ervoor gezorgd dat de verpakking gemakkelijk in 3 materialen te scheiden is: karton (doos), polystyreenschuim (buffer) en polyethyleen (zakken, plastic folie).
Uw apparaat bestaat uit materialen die door een gespecialiseerd bedrijf gerecycled kunnen worden. Informeer waar u verpakkingsmateriaal, lege batterijen en oude apparatuur voor recycling kunt inleveren.